Stap voorbij vrijblijvendheid

Na de eerste drie jaar Werk aan Uitvoering (WaU) is het hoog tijd om stil te staan bij wat er al bereikt is met het programma. Maar ook bij wat er de komende jaren nog nodig is om de publieke dienstverlening verder te verbeteren.

Dit gebeurde op 14 maart in de Glazen Zaal in Den Haag. Carola Schouten, demissionair minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, stond tijdens de opening stil bij de urgentie van betere publieke dienstverlening.
Daarna volgde een panelgesprek over de resultaten van drie jaar WaU én de opgave die hierin nog voor ons ligt. Christa Klijn, programma-directeur-generaal WaU, benadrukte in haar slotwoord dat we met het programma de vrijblijvendheid voorbij zijn en dat echt een andere manier van werken wordt gevraagd. Alleen zo kunnen we de verandering in gang zetten en houden.

Zaal vol mensen
Beeld: ©Rijksoverheid

Uitspreken waar het knelt

Minister Carola Schouten stond in haar welkomstwoord stil bij het belang van de bijeenkomst. ‘Het is een mooi moment om opnieuw de piketpalen te slaan, om te benadrukken waarom het programma er ook alweer is. Hoewel er de afgelopen jaren al veel is gebeurd, zeker aan de kant van de publieke dienstverleners, is het nu zaak dat we verder doorpakken.’ De minister heeft het in dit kader over het belang van de emancipatie van de uitvoering. Daarmee bedoelt zij dat als een uitvoeringsorganisatie constateert dat bepaald beleid niet goed werkt, lastig uit te voeren is of voor problemen zorgt, een uitvoerder dit aankaart bij het ministerie. Dit gebeurt steeds meer en dat vindt zij een positieve ontwikkeling. Het zorgt er namelijk voor dat we problemen in de uitvoering op tijd kunnen signaleren en aanpakken. Zo kunnen we ‘aan de inwoner leveren wat we beloven,’ aldus de minister.

Laat gevolgen van gemaakte keuzes zien

Hoewel we als overheid al flinke stappen hebben gezet, constateert de minister ook dat er nog werk aan de winkel is. Hierbij refereert zij eerst aan het feit dat er binnenkort een wisseling van de wacht plaatsvindt in Den Haag. Ook zij zal plaats gaan maken voor een opvolger. Deze verandering beschouwt zij als een uitdaging en een kans tegelijkertijd. Het is een uitdaging omdat sommige samenwerkingen tussen politici en uitvoerders opnieuw moeten beginnen. Tegelijkertijd is het een kans voor de uitvoerders om hun rol te pakken. Om politici te laten zien wat de gevolgen zijn van eerder gemaakte keuzes; als lessen voor de toekomst.

Resultaten in beeld

Na het welkomstwoord van de minister was er een panelgesprek. Dit gesprek vond plaats aan de hand van resultaten vanuit de 6 handelingsperspectieven. Deze handelingsperspectieven dragen ieder vanuit een eigen invalshoek bij aan de ambitie van WaU; verbetering van de publieke dienstverlening. In 6 video’s (zie onderaan deze pagina) werd verteld over de volgende initiatieven: maatwerk, interbestuurlijke datastrategie (IBDS), het beleidskompas en de doenvermogentoets, het in kaart brengen van meervoudig opdrachtgeverschap, de leergang rechtstatelijk besef en het betrekken van de politiek bij publieke dienstverlening. De video’s toonden hoe divers de initiatieven zijn om de publieke dienstverlening te verbeteren. Daarnaast lieten ze zien wat er nodig is om de initiatieven verder te brengen. Na iedere video gingen de panelleden met elkaar in gesprek onder leiding van dagvoorzitter Anouschka Laheij.

Maatwerk en menskracht
Om kwalitatief goed maatwerk te leveren is handelingsruimte nodig, zo kwam in de video over maatwerk  aan bod. En daar ontbreekt het nu vaak nog aan, kwam ook in het panelgespek terug. Christien Bronda, gemeentesecretaris bij de gemeente Groningen, beaamt dat wetgeving soms zo gedetailleerd is dat het beklemmend kan werken. Bronda: ‘Laat het een beetje los en vertrouw op je medewerkers. Zij spreken de burger en moeten de ruimte en het vertrouwen krijgen om diens probleem op te lossen. Als een medewerker bijvoorbeeld inschat dat een OV-kaart nodig is, zorg dan ook dat deze direct verstrekt kan worden. En niet dat er nog een handtekening van hogeraf gezet moet worden. Dat vertraagt en kost tijd.’ Daarnaast is Bronda van mening dat het aantal cases dat een medewerker onder zijn hoede heeft flink omlaag moet. Dat is nu 1 op 400.  Hierdoor is er simpelweg een tekort aan tijd om kwalitatief maatwerk te kunnen leveren. Om dat te veranderen, is geld en menskracht nodig.


Interbestuurlijke datastrategie (IBDS)
Met de IBDS wil de overheid bereiken dat ze het volle potentieel van data gebruikt bij maatschappelijke opgaven. De IBDS zorgt ervoor dat het makkelijker wordt om binnen de overheid verantwoord met data te werken. Eva Heijblom, directeur-generaal Digitalisering en Overheidsorganisatie bij BZK, zegt hierover: ‘Als overheid zijn we nog niet innovatief genoeg. We zetten zeker goede stappen, maar we kunnen nog zoveel meer. We moeten het bijvoorbeeld hebben over generatieve AI en daar ook op inzetten.’ Nathan Ducastel, directeur VNG Realisatie, beschouwt gegevensuitwisseling als een groot goed dat soms in de weg wordt gezeten door privacywetgeving. Zo ziet hij mogelijkheden om het helpen van mensen te prioriteren door gegevensuitwisseling. ‘We kunnen zien wie er in de schulden zitten of geldproblemen hebben. Ik stel voor dat we deze groep eerst helpen en daarna pas degenen die vier keer modaal verdienen. De gegevens om dit te doen, hebben we in huis.’


Doenvermogentoets en beleidskompas
Twee collega’s van het programma vertellen in een inleidende video over de doenvermogentoets en het beleidskompas. De eerste richt zich op de vraag of een burger in staat is om te handelen zoals het beleid verwacht. Het beleidskompas richt zich op het betrekken van uitvoering bij de totstandkoming van beleid. Gespreksleider Anouschka Laheij vroeg de panelleden of zij al iets van deze twee initiatieven merken. Simon Sibma, voorzitter raad van bestuur SVB, geeft aan dat er bij de SVB een vruchtbare bodem is voor het gesprek om beleid doenbaar te maken. Zo kwamen zij er bijvoorbeeld achter dat ze burgers vaak verzoeken om allerlei gegevens zelf aan te leveren, terwijl de SVB eigenlijk al best veel informatie van hen heeft.
Na een rondvraag in de zaal blijkt dat het beleidskompas al zo nu en dan, naar tevredenheid, wordt ingezet. Goed nieuws dus voor de ontwikkelaars. Wel staat de naam van het instrument ter discussie. Die zou eigenlijk beleids- en uitvoeringskompas moeten zijn. Je werkt namelijk sámen aan de oplossing. Eva Heijblom voegt toe dat zij co-creatie een belangrijk woord vindt bij dit initiatief. Daarmee benoemt zij  een belangrijk onderdeel van zowel de doenvermogentoets als het beleidskompas. Beide initiatieven zijn er namelijk op gericht ieders expertise, dus van beleid én uitvoering, juist mee te nemen.’

De ambtelijke sturingsdriehoek: meervoudig opdrachtgeverschap
In de video over de ambtelijke sturingsdriehoek wordt verteld over de kaartenset meervoudig opdrachtgeverschap. Panellid Thijmen Julien, senior bestuursadviseur bij de Raad van de Kinderbescherming, was in zijn vorige functie als eigenaarsadviseur betrokken bij de ontwikkeling van de kaarten. Hij beschrijft de kaartenset als een handig hulpmiddel om de samenwerking tussen publieke dienstverleners en ministeries te structureren. Zo maakt de kaartenset bijvoorbeeld inzichtelijk wie in een bepaalde situatie opdrachtgever of opdrachtnemer is. Ook maakt het partijen ervan bewust dat hun samenwerking een samenspel is waarin zij elkaar nodig hebben om alle benodigde informatie op tafel te krijgen. En dat dus niet de één óf de ander aan zet is, maar beiden: uitvoering én beleid.

Academie voor de rechtsstaat
De video over de academie voor de rechtsstaat gaat in op het bestaansrecht van de academie. Deze is er onder meer om ambtenaren op te leiden in het hoe en waarom van onze rechtsstaat. De video leverde een gesprek op over diversiteit aan medewerkers bij de ministeries en uitvoerders. Want naast kennis van de rechtsstaat, is het belangrijk dat politici, beleidsmakers en uitvoerders onze samenleving leren begrijpen. Daarvoor is het van groot belang dat alle lagen van de samenleving zijn vertegenwoordigd aan de bureaus van ministeries en uitvoerders. Simon Sibma (SVB) is het daar roerend mee eens. Eva Heijblom sluit zich hierbij aan, maar merkt tegelijkertijd op dat ministeries hier nog flink het been bij moeten trekken.

De rol van de politiek
In de zesde video wordt  de rol van de politiek en het belang om die te betrekken bij de uitvoering besproken. Zijn zij meer op de hoogte van het werk van de uitvoerder, dan weten zij ook beter wat er speelt bij uitvoerders en wat er wel of niet mogelijk is. Maarten Camps, voorzitter raad van bestuur UWV, vertelt dat hij een evolutie ervaart bij de Kamer. De behoefte om op werkbezoek te komen is groter gegroeid en politici en beleidsmakers zijn actief op zoek naar punten waar iets mee gedaan moet worden. Wat hem betreft zijn we in een volgende fase gekomen. Een fase waarin het contact met de politiek intensiever is.

Stap voorbij vrijblijvendheid

Na een interessante discussie sloot programma directeur-generaal Christa Klijn de middag af. Christa: ‘Ik krijg ontzettend veel energie van hoe we hier vandaag samen zitten en ben trots op wat er door iedereen is gedaan.’ Christa roept op dat iedereen de energie vasthoudt om samen door te bouwen aan WaU. Christa: ‘De thema’s waar al aan gewerkt wordt en die wij willen doorzetten, worden door ministeries, publieke dienstverleners en medeoverheden zelf opgepakt. Dit zijn bijvoorbeeld het verbeteren van de beleidskwaliteit, het oplossen van knelpunten en het versnellen van de digitale agenda. Daarnaast zijn er vier thema’s waarop we de komende jaren écht een doorbraak moeten gaan realiseren. Hieronder vallen onder andere de vereenvoudiging van beleid en uitvoering en  het stimuleren van gegevensdeling. Wat mij betreft moet dat kunnen. We hebben de afgelopen drie jaar immers mooie werkafspraken gemaakt. Maar die zijn niet vrijblijvend. We hebben zaken voorhanden om vroegtijdig de samenleving en uitvoerders te betrekken. Die zijn niet vrijblijvend en daar moeten we mee aan de slag. Dat wordt ook van ons verwacht.