Maatwerk vraagt om mensgericht werken

Maatwerk leeft en medewerkers in de uitvoering ervaren steeds meer ruimte, tijd en waardering hiervoor. Dat werd duidelijk tijdens de workshop ‘Maatwerk, hoe pak je dat aan?’ op 9 oktober in Arnhem op het congres van Netwerk van Publieke Dienstverlening. Irène van Doesburg (Programmabureau Werk aan Uitvoering) en Marcello Noto (Ministerie van BZK) gaven daar samen met Joëlle van Doorn (CAK) een workshop voor deelnemers van ruim 40 uitvoeringsorganisaties.

Drie personen naast elkaar

Aan de hand van de 10 bouwstenen voor Maatwerk nodigden zij deelnemers uit om ervaringen uit hun eigen organisatie te delen met elkaar. Het gesprek kwam al snel op gang toen werd ingezoomd op de bouwsteen cultuur. Marcello en Irene delen wat hen opviel uit de gedeelde ervaringen. Duidelijk was dat maatwerk vraagt om mensgericht werken. Je moet weten voor wie je het doet en wat daar voor nodig is.

Wat viel jullie tijdens de workshop op?

Marcello: “Maatwerk is een onderwerp dat leeft, dat is duidelijk. De deelnemers konden positie innemen aan de hand van verschillende stellingen. Uit hun toelichtingen kwam een beeld naar voren over maatwerk dat aan de ene kant positief was en aan de andere kant nog lang niet af. Bijna alle deelnemers waren met maatwerk bezig en voelden zich door hun organisatie hierin gesteund. Een enkeling daargelaten.“

“Navraag leerde dat leidinggevenden meestal voldoende oog hebben voor het leveren van maatwerk en medewerkers steeds meer ruimte, tijd en waardering krijgen. Er waren toch redelijk veel mensen die zich door hun organisatie goed gesteund voelden. Wat niet wil zeggen dat je er dan bent, er waren ook voldoende kanttekeningen. Verder kwam tijdens onze workshop naar voren dat alle deelnemers voor ogen hebben, waarvoor en voor wie je bezig bent. Maatwerk is mensenwerk,” aldus Irène.

Hoe kijken collega’s in de organisatie naar maatwerk?

“Dit was één van onze vragen aan de deelnemers en over het algemeen blijkt dit redelijk positief. Ondanks dat het veel meer tijd kost. Alle organisaties hebben KPI’s te halen, aantallen casussen in bepaalde tijd et cetera en dat schuurt met het arbeidsintensieve maatwerk. Er blijkt toch veel begrip onder collega’s. Het zou overigens wel zo kunnen zijn dat de deelnemers naar de workshop kwamen, ómdat ze al echt op weg zijn met maatwerk en begripvolle collega’s hebben”, aldus Irène.

Geeft een bepaalde cultuur ruimte voor maatwerk of geeft maatwerk een andere cultuur?

Het beroemde kip-ei-verhaal; wat is oorzaak en wat is gevolg? Marcello: “Wat ik opvallend vind, is dat deze vraag bij veel organisaties niet heeft gespeeld. Ze zijn gewoon begonnen, omdat er iets niet klopte. Medewerkers willen, voor de mensen waarover het gaat, de goede dingen doen en de dingen goed doen. Daardoor is het een actueel onderwerp van gesprek geworden. Dat bijdraagt aan meer bewustwording en inzicht in waar het mis gaat en beter kan. De verdienste van de medewerkers die hun nek hebben uitgestoken, is dat het een belangrijke vliegwielwerking heeft gehad. Niet langer wordt maatwerk gezien als het sluitstuk van dienstverlening, maar ook als katalysator van veranderingen in de organisatie. Met meer mensgericht werken en het geven van een échte oplossing voor een vaak ingewikkelde situatie.”

Is dit de eerste workshop die jullie geven over maatwerk?

Irène: “Zeker niet, ook bij bijvoorbeeld de Dag van het Beleid en de Landelijke Maatwerkdag brachten we maatwerk al over het voetlicht. We geven onze workshops bij voorkeur samen met een uitvoeringsorganisatie. De open inbreng van Joëlle maakt dat medewerkers van andere organisaties zich ook open en kwetsbaar durven opstellen. Het CAK is natuurlijk al geruime tijd onderweg met maatwerk en daar kunnen anderen weer van leren. Maar het CAK is net als de andere organisaties ook zoekende. Dat met elkaar vaststellen en daarvan leren wordt als prettig ervaren. Doordat de toelichtingen van Joëlle ook herkenbaar waren, inspireert en motiveert dat ook de deelnemers om ervaringen te delen. Er komt dan een enorme hoeveelheid kennis vrij van 40 organisaties.”

Marcello: “En natuurlijk is het ook prettige om te ervaren dat je allemaal bezig bent met zo’n belangrijk onderwerp. In het grotere plaatje werk je mee aan publieke dienstverlening waar mensen veel blijer van worden en waarbij mensen weer vertrouwen krijgen in de overheid.”