“Maatregelen uitstellen totdat de uitvoering goed geregeld is”
Binnen het ministerie van BZK is Erik Jan van Kempen portefeuillehouder ‘Werk aan Uitvoering’. Hij is tevens programma-directeur-generaal Omgevingswet. Hij pleit samen met Thieu Coffeng, directeur van de Huurcommissie binnen BZK, voor meer samenwerking, een kritische houding, onderling vertrouwen en begrip.
Wat gaat er bij BZK veranderen met het programma Werk aan Uitvoering?
Erik Jan: “Er zijn een paar formele instrumenten ingevoerd zoals de uitvoeringstoets, die je doet voordat een wet ingaat. En we gaan de invoeringstoets introduceren. Daarmee beoordeel je na een jaar of de wet werkt zoals je het had bedacht. Ook wordt de stand van de uitvoering opgemaakt om knelpunten onder de aandacht te brengen. Maar nog belangrijker vind ik dat we het onderlinge vertrouwen bevorderen. Het programma brengt de mensen van beleid en uitvoering samen aan tafel voor een gesprek dat niet alleen over een checklist gaat maar ook over elkaars zorgen. Als je dat deelt, krijg je begrip voor elkaar. Je ziet als beleidsmaker dan dat de uitvoeringstoets heel nuttig is en dus niet alleen maar irritant omdat het extra tijd kost in het wetgevingsproces.”
Thieu: “De huurcommissie werkt aan beter contact en het programma gaat ons daarbij verder helpen. We hebben direct contact met verhuurders en huurders, en dus ook met kwetsbare burgers. In ons geval de huurders in het sociale segment. We analyseren alle vragen en klachten die binnenkomen. Wat blijkt? Het probleem zit hem vaak in de communicatie. Daarom hebben we de website toegankelijker gemaakt en de brieven eenvoudiger. Heb je te maken met een gebrek in je huurhuis, zoals schimmel of een kapot raam, dan kun je online zelf zien wat je van de huurcommissie kunt verwachten. Je kunt ons sinds kort ook weer bellen als je vragen hebt, vooral handig als je digitaal minder vaardig bent. Ook prettig: van het kabinet krijgen we extra capaciteit om mee te denken met de beleidsdirecties, zodat dat niet ten koste gaat van het andere werk. Zeer belangrijk want wij zien de ellende van regels die niet deugen. Beleidsmakers krijgen geen huurders aan de telefoon, wij wel.”
Wat gaat BZK merken van de portefeuillehouder Werk aan Uitvoering?
Erik Jan: “Ik ga de Werk aan Uitvoering-gedachte in de Bestuursraad uitdragen. Ook daar moet iemand aan de collega’s vragen: is dit voorstel goed uitvoerbaar? Hoe ging het overleg tussen de beleidskern en de uitvoeringsorganisatie? Kunnen we dit wel waarmaken? Als het moet, trek ik daar zeker aan de bel. BZK’ers die zien dat beleid niet werkt in de praktijk, roep ik op om dat te melden. Dat mag natuurlijk ook bij mij.”
Thieu: “Ik ben blij met de portefeuillehouder in de Bestuursraad. Erik Jan kan de luis in de pels zijn. En als het goed is, overleggen we straks nog vaker met de beleidscollega’s omdat Erik Jan hen daarop wijst. Ik ben trouwens heel tevreden over het contact met beleid. Maar alle aandacht voor de uitvoering helpt de kwaliteit van ons werk te verbeteren. ”
Wat hopen jullie dat we bereiken met Werk aan Uitvoering?
Erik Jan: “Dat we vaker samen nadenken over de vraag ‘worden we hier echt beter van?’ We hebben dat de laatste jaren niet genoeg gedaan. We waren te veel bezig met het politiek bestuurlijke aspect van ons werk. Met de Toeslagenaffaire hebben we heel stevig onze neus gestoten en veel mensen in het verdriet gestort. Dat was een grote wake-up-call. Die moet leiden tot verandering. Meer bewustwording: ons werk doet ertoe, het heeft gevolgen voor mensen. Dat betekent dat we maatregelen uitstellen totdat de uitvoering goed geregeld is. En dat we af en toe ‘nee’ verkopen aan de minister. Een voorbeeld: als nieuwe regels onduidelijk zijn, denken huurders dat ze rechten hebben die ze niet hebben. De huurcommissie krijgt dan veel extra zaken en mensen moeten langer wachten op een uitspraak. De huurcommissie ziet de gevolgen van onduidelijk beleid in de dagelijkse praktijk. Die kennis moeten we beter benutten.”
Thieu: “Hopelijk krijgen we met het programma steeds beter in beeld hoe wetten en beleid doorwerken in de uitvoering. Heel belangrijk! Want BZK-beleid goed uitvoerbaar maken is best lastig. Het zou daarom mooi zijn als beleidsmakers een paar jaar in de uitvoering meewerken. Je ziet dan pas echt hoe beleid uitpakt. Andersom geldt dat ook voor mijn collega’s bij de huurcommissie: het is voor hen echt verrijkend om een beleidsfunctie te doen. Ook al is ons werk heel verschillend, beleid en uitvoering werken aan dezelfde opdracht. Dus als het goed is, heb je al lang voor de uitvoeringstoets samen nagedacht over de uitvoerbaarheid van beleid. Dan kost zo’n toets maar heel weinig tijd en is die echt niet irritant meer.”
Dit interview werd ook gepubliceerd in het interne online magazine van de rijksoverheid De Krant.